Laurierkweker Gova uit Nispen en suikerproducent Royal Cosun uit Dinteloord onderzoeken samen de mogelijkheden van een natuurlijke gewasbeschermer op basis van reststoffen die overblijven bij het verwerken van suikerbieten en laurier. Charl Goossens van Gova: “Door samen te werken creëren we een waardevolle cross-over tussen sierteelt en akkerbouw.”
Verwaarden in non-food markten
Agro-industriële coöperatie Royal Cosun verwerkt suikerbieten tot suiker(producten). Cosun wil meer rendement uit de suikerbiet halen. Hiertoe onderzoekt het bedrijf of en hoe het de biet optimaal kan verwaarden. Een van de vragen die het bedrijf zich stelt, is: ‘waar en hoe kunnen we inhoudsstoffen uit suikerbietpulp, met name pectine(fragmenten), galacturonzuur en arabinose, verwaarden in non-food markten?’ Om die vraag goed te kunnen beantwoorden, zijn partners nodig met kennis van non-food producten en markten en die heeft Cosun gevonden via BioVoice.
Aanknopingspunten
Gova is gespecialiseerd in het kweken en vermarkten van de Laurus nobilis plant. Met een teeltoppervlakte van ongeveer 25 ha is het de grootste laurierspecialist in Europa. Het bedrijf is al jaren in de weer om nieuwe producten te ontwikkelen uit (resten van) de laurierplant. Een van de producten waar Goossens met zijn team aan werkt, is een natuurlijke gewasbeschermer. Van hieruit ontstond het idee om te onderzoeken of dat ook zou kunnen met de inhoudsstoffen uit de suikerbiet. Researcher Kim Rijnsburger: “We hebben daarop eerst een literatuurstudie gedaan en dat leverde voldoende aanknopingspunten op om in te schrijven op de challenge van Cosun.”
Samen vooruit
Goossens kwam BioVoice op het spoor dankzij zijn contacten met de Green Chemistry Campus in Bergen op Zoom. Cosun werkte daar ook al mee samen. BioVoice was het zetje in de rug dat beide bedrijven bij elkaar bracht, zegt Goossens. “We wilden graag meedoen, omdat je vooruit wilt als bedrijf. Samenwerken is een manier om dat te bereiken. We hebben ons verdiept in de verschillende challenges en het vraagstuk van Cosun paste het beste bij ons. Wij zien veel mogelijkheden, omdat we zelf toepassing van biobased gewasbeschermingsmiddelen kunnen onderzoeken in de sierteeltsector, en Cosun zich focust op de akkerbouw.”
Lange weg
Gova en Cosun denken dat stoffen die uit de nevenstromen van suikerbiet en cichorei komen, ingezet kunnen worden als gewasbeschermingsmiddel. Goossens: “Maar het is natuurlijk niet zo dat je het over een plant uitgiet en dat de insecten of de ziekteverwekkende schimmels zomaar dood gaan. Het vergt veel onderzoek en testen en dat kost veel tijd en inspanning. De weg van idee tot product is lang, vol hobbels en bovendien kostbaar, weten we uit ervaring. Nieuwe producten moeten namelijk niet alleen werken, ze moeten ook veilig zijn en je moet ze certificeren. En vooral dat laatste kost veel tijd vanwege de strenge wet- en regelgeving. Door samen te werken en hetzelfde pad te bewandelen, creëren we een waardevolle cross-over tussen sierteelt en akkerbouw. Ieder vanuit zijn eigen sector, met zijn eigen kennis en elkaar aanvullend. Wij beschikken bijvoorbeeld over een extractietechniek die Cosun niet heeft. Andersom kan Cosun bijvoorbeeld testen doen met de bieten of cichorei en analysefaciliteiten bieden die wij niet hebben. Zo help je elkaar.”
Bedrijfsgeheimen
Goossens blikt nog even terug op de procedure. Nadat hij reageerde op de Cosun-challenge kreeg hij – samen met andere bedrijven die reageerden – contact met de juiste persoon van Cosun om te discussiëren over de vraagstelling en verdere bedoelingen. “We konden specifieke, meer technische vragen stellen en kregen telkens snel antwoord. Uiteindelijk hebben we onze pitch ingediend.” Vervolgens was het aan Cosun om uit de aanmeldingen een keuze te maken. “En de keuze viel dus mede op ons”, zegt Goossens.
BioVoice Challenge Weeks
De volgende stap in het BioVoice-proces waren de zogenoemde Challenge Weeks, een vrijwel fulltime programma van twee weken waarin alle deelnemers – vragers en aanbieders – in onder meer workshops met elkaar aan de slag gaan. Onderwerpen die aan de orde kwamen, waren onder meer: hoe bescherm je het IP en hoe stel je een geheimhoudingsverklaring (NDA) op, hoe vraag je financiële steun aan en hoe stel je een marketingcommunicatieplan op. “En we hebben onder begeleiding het innovatiecontract opgesteld.”
Onder de indruk
Gova werkt al jaren mee in diverse innovatieprojecten en Goossens kan dus goed vergelijken. “Zonder andere innovatieprojecten tekort te willen doen, ben ik onder de indruk van de mate van steun en begeleiding vanuit het BioVoice-team. Dit is echt anders, met een lokale Rabobank die investeert. Het is laagdrempelig en toegankelijk.” Ook het BioVoice-netwerk blijkt van grote waarde. “Tijdens de Challenge Weeks waren alle ‘vragers en nemers’ aanwezig. Je raakt met elkaar in gesprek en dat levert weer interessante contacten op. Wij zijn goed bekend met innovatie, met de regio en met de onderwerpen die spelen in de biobased economy en toch leer je weer bij.”
Innovatievoucher
Eind mei werd de BioVoice innovatievoucher toegekend ter waarde van 10.000 euro. Goossens: “De innovatievoucher is welkom, maar we steken er zelf ook veel tijd en geld in.” Inmiddels zijn de operationele afspraken gemaakt en zijn ook afspraken gemaakt over geheimhouding en eigendomsrechten. Ook de tijdlijn van het traject is vastgesteld. Kim Rijnsburger: “Het streven is om eind maart volgend jaar klaar te zijn. In augustus starten we met de eerste proeven. Inhoudelijk mag ik daar niets over zeggen, want dat is vertrouwelijke informatie.” Tijdens het hele proces houdt een innovatiebegeleider van BioVoice een vinger aan de pols.
Goossens tot slot: “Innovatie is als een vraag die gesteld moet worden, met een grote kans op een positief antwoord. Maar een ‘nee’ is ook een antwoord, want dan kun je verder op een ander onderzoekspad. BioVoice is een serieus innovatieprogramma en wij zien een gerede kans op succes en daar gaan we voor.”
Foto: Koen Mol Fotografie